Waar gaat het boek over?
Ken je Koosje al?
Ze heeft vuurrode krullen en ze houdt heel veel van dieren.
Vooral van kleine dieren, zoals kikkers, vogels en vissen.
Weet je van welke dieren ze het meest houdt?
Van mieren!
Ze droomt er zelfs van.
Maar de mieren in haar droom zijn groot.
Heel groot!
Ze denken dat Koosje ook een mier is.
Een rode bosmier!
Hoe loopt dat af?
Lees je een stukje mee in het boek?
'Kijk eens, juf... dat is voor u.'
Koosje legt iets op de tafel van de juf.
Het is plat en bruin.
Het lijkt op een beest en ook weer niet.
De juf wrijft er met haar vinger overheen.
Het voelt hard en droog aan.
'Wat is dat? Wat moet ik daar mee?
Het lijkt wel een beest. Een vies, plat beest.
Gooi het maar in de prullenbak.'
Koosje schrikt.
Wat? In de prullenbak? Haar mooie, lieve kikker...
Hoe verzint de juf het?
Koosje grist het cadeautje van de tafel.
Ze steekt het in haar zak en loopt naar haar plaats.
Zonder iets te zeggen.
Waarom vindt de juf haar kikker niet mooi?
Kan hij er wat aan doen dat hij plat is?
Zo plat als een dubbeltje.
Koosje aait de kikker voorzichtig over zijn harde rug.
'Stil maar, kikkertje,' zegt ze zacht...
Wat zeggen anderen over het boek? 'In het gezellige verhaal is liefde voor de natuur
een belangrijk gegeven.
(Nederlands Dagblad, 12 maart 1999)
'Aardig verhaal, om zelf te lezen of voor te lezen.
Met vlot geschreven dialogen.'
(Ned.Bibliotheek Dienst, januari 1999)
