Waar gaat het boek over? D'r is weer niemand thuis!
Zo begint de vakantie van Koosje.
Ze verveelt zich erg.
Gelukkig heeft oma Booma een leuk idee.
Ze kunnen samen een fietstocht gaan maken.
Niet een dag.
Nee, wel vier dagen lang.
Van camping naar camping.
Met een tent achterop de fiets en de bekers aan het stuur.
Daar is Koosje wel voor te porren.
Het fietsen is heerlijk,
maar Koosje bemoeit zich soms teveel met andere dingen.
Dat had ze beter niet kunnen doen.
Want nu komt ze per ongeluk een diefstal op het spoor.
Lees je een stukje mee in het boek?
'Kijk, oma. Daar!'
Koosjes vinger wijst naar een blad dat aan het prikbord hangt. Op dat blad staat een foto van een hond. Een grote, bruine hond met een zwart oor.
Oma tuurt naar de foto en de letters die op het blad staan. Maar ze kan het niet lezen.
'Waar, eh... waar is mijn bril?'
'Aan het touwtje om uw nek,' roept Koosje opgewonden.
Oma zet haar bril op. Ze gaat wat dichter bij het bord staan.
'Wie heeft Brauwnie gezien?' leest ze hardop. Sinds een paar dagen is onze Brauwnie weg.
Wie weet waar Brauwnie is?
Wie heeft hem gezien?
Verbaasd kijkt oma Koosje aan.
'Brauwnie? Wat hebben wij daarmee te maken?'
'OMA!' roept Koosje opeens boos.
'Die hond op onze vorige camping. Dat was vast Brauwnie. Kijk maar naar de foto. Hij lijkt er precies op.'
Oma bekijkt de foto nog eens aandachtig.
'Ja... ja...,' mompelt ze. 'Hij lijkt er inderdaad wel een beetje op.'
'Een beetje? Een beetje heleboel!' zegt Koosje.
'We moeten de politie waarschuwen. Die man is een hondendief. Ik weet het zeker.'
Wat zeggen anderen over het boek? 'Een gezellig boek voor meisjes van ongeveer acht jaar.'
(Perspectief, SOW Apeldoorn december 1999)
'Vlot leesbaar met veel dialoog'
(Ned.Bibliotheek Dienst, maart 2000)