Waar gaat het boek over?
Wat is er aan de hand met Maria? Waarom speelt ze het ene moment droevige en dan weer vrolijke wijsjes op haar fluit? Heeft ze een geheim? En waarom is haar verloofde Jozef zo stil?
Haar buurjongen Juda zal er achterkomen. Hij schrikt wanneer hij hoort dat Maria bij haar nicht Elisabet gaat logeren. Hij wil de verhalen die er ook over haar verteld worden eigenlijk niet geloven.
Op een dag moet de familie van Juda op reis. Ze gaan naar Betlehem om zich op bevel van de keizer in Rome, te laten inschrijven. Maria en Jozef vertrekken ook naar Betlehem. En in die stad leert Juda het geheim van Maria kennen, als hij samen met zijn neef Nathan op zoek gaat naar de plaats waarover de herders verteld hebben.
Lees je een stukje mee in het boek?
'Jozef!' roept Juda.
Het blijft stil. Waar zou Jozef zijn? Juda loopt de werkplaats door. Aan het eind is een lage deur. Juda bukt zich en loopt naar buiten.
'Ooo, zit je hier,' lacht Juda. Hij ploft naast Jozef neer op een boomstam.
'De zeef van mijn moeder is stuk. Kun je hem vandaag nog maken?' vraagt Juda. Hij laat de zeef aan Jozef zien.
Maar Jozef reageert niet. Juda stoot hem aan.
'Jozef...'
'Uhhh, wat is er?' bromt Jozef.
'De zeef van mijn moeder is kapot. Of je hem vandaag nog kan maken,' herhaalt Juda. 'En je moet de groeten hebben van Maria.'
Dat laatste verzint hij er zelf bij.
Jozef staart in de verte.
'Maria..., ja, Maria...,' zegt hij met een zucht.
'Weet je, Juda. Er worden zulke rare dingen over haar verteld. Wat is er toch? Ach, laat ook maar...'
Jozef staat op. Hij pakt de zeef en loopt er mee naar zijn werkbank.
Juda blijft verbaasd achter.
Nu begrijpt hij er helemaal niets meer van. Jozef kijkt of hij met een heel groot probleem rondloopt. En Maria gaat logeren. Net of ze Jozef een poosje niet wil zien.
Zo iets doe je toch niet als je gauw gaat trouwen.
Er is iets raars aan de hand.
Dat weet hij zeker!