waar gaat het boek over?
mam, ik wil op voetbal!
ja, wie wil dat niet?
bas gaat ook op een club.
hij heeft er heel veel zin in.
weet je wat hij daar leert?
... een doeltrap,
... een kopbal,
... hij gaat op kamp,
... en hij speelt in een wedstrijd.
maar soms gebeurt er iets wat je daar niet leert.
bas schopt een bal door de ruit, bij de buurman.
oei!
toch blijft voetbal leuk.
altijd weer!
lees je een stukje mee in het boek?
waarom wil je op voetbal? vraagt mama.
bas stuit de bal met zijn hand op en neer.
dan pakt hij de bal op.
hij gooit hem omhoog.
zo doe je een kopbal, roept hij.
opeens knalt de bal op het hoofd van bas.
au!
de bal stuit weg.
maar niet zoals het hoort.
de bal stuit op een glas met thee.
het glas valt om
en de thee stroomt op het gras.
oohhh...
bas slaat zijn hand voor zijn mond.
dat gaat niet goed.
zo doe je geen kopbal.
dat wordt een theebal!
wat zeggen anderen over dit boek?
'Korte een-regelige zinnen zonder hoofdletters in directe eigentijdse taal. Voetballertjes kunnen zich herkennen in de emotie, de spanning en de speciale terminologie die het voetballen voor deze jonge liefhebbers oplevert.'
(Ned. Bibliotheekdienst, februari 1999)
'Een boekje wat kinderen al heel snel zelf kunnen lezen, door de duidelijke letters en de korte en makkelijke zinnen.'
(Echo, november 1999)